G. Woltjer/H. Jansens - Hoe ga je om met kinderen op school?

Beschrijving boek

Een goede relatie tussen leraar en leerling is essentieel voor goed onderwijs. Maar alle kinderen hebben wel eens wat, waardoor die relatie onder druk kan komen te staan. Wie in het onderwijs werkzaam is weet dat, al was het alleen maar doordat confrontaties met de gevoelens of problemen van die kinderen niet altijd gladjes verlopen. Een leraar moet hier zicht op kunnen hebben om op een goede manier met kinderen te kunnen omgaan.

Hoe een leraar zó met een kind kan omgaan dat het niet langer negatief reageert op de dagelijkse omgeving, maar zich positiever opstelt, wordt in dit boek aan de hand van vele voorbeelden uit de praktijk uiteengezet. Welke aanpak men ook kiest, eerst moet duidelijk zijn of het kind met een probleem zit, en zo ja, met welk. Pas dan kan men een oplossing [helpen] zoeken, zodat meer ruimte ontstaat voor het leren en doceren. Maar hoe pakt men dit aan?
Voorwaarden daartoe zijn allereerst: luisteren en kijken. Hoe men dat goed kan doen, is in dit boek uiteengezet. Ook het persoonlijk optreden van de leraar zelf krijgt veel aandacht. Dat is immers van grote invloed op het kind in zo’n situatie.

Zonder in algemeenheden te vervallen, biedt dit boek algemeen aanvaardbare regels, die - mits aangepast aan de omstandigheden - in veel situaties moeilijkheden kunnen beperken of voorkomen.
De auteurs hebben de stof uitgebreid getoetst in de praktijk. Gebleken is dat dit boek veel leraren [in opleiding] vaardigheden biedt die hen in staat stellen op een vruchtbare manier met kinderen [met problemen] om te gaan. Kinderen hebben recht op goed onderwijs. Om goed onderwijs te kunnen geven, moet een leraar goed kunnen omgaan met kinderen, ook als er problemen met een kind zijn. Daarom zou een ieder die in het onderwijs werkt of wil gaan werken, kennis moeten nemen van dit boek.